Een idyllisch moment. Met het gezin op vakantie, een tafeltje met zicht op zee. De zon zakt traag weg in het water, we lachen, halen herinneringen op en genieten van lekker eten. Zo’n samenzijn dat je het liefst wilt vasthouden…
Tot we plotseling opgeschrikt worden door harde knallen. Vuurwerk! Normaal zou ik verwonderd gaan kijken. Misschien zelfs een foto nemen. Maar dit keer voelt het anders. Ongewild flitsen mijn gedachten naar Gaza en naar andere plaatsen op de wereld waar knallen geen reden zijn tot verwondering maar enkel angst en paniek zaaien en in een seconde het verschil tussen leven en dood kunnen betekenen.
Een gevoel van verontwaardiging overvalt me en maakt dat ik verlamd op mijn stoel blijf zitten... Terwijl andere mensen genieten, lachen en plezier maken. Op zich heb ik daar geen probleem mee, maar het herinnert me eraan hoe bevoorrecht we zijn en hoe belangrijk het is onze ogen niet te sluiten voor het leed van anderen, leed dat we ons in dit geval trouwens helemaal niet kunnen voorstellen…
Uit respect voor iedereen die niet opschrikt van het geluid van vuurwerk maar van bommen, uit respect voor iedereen die vecht om te overleven en uit respect voor iedereen die geen keuze heeft tussen oorlog en vrede blijf ik zitten.
Even later rolt er een traan over mijn wang. En nog een en nog een... Eerst probeer ik ze nog te verbergen - iedereen in het restaurant ziet er immers zo blij en opgetogen uit - maar mijn huisgenoten vragen al vlug wat er scheelt. Ik probeer uit te leggen wat ik voel maar merk dat elk woord tekortschiet... 'Gaan jullie maar kijken', zeg ik. 'Ik wacht hier wel…'
Schoonheid en pijn, vreugde en verdriet. Ze bestaan tegelijk en soms botsen ze hard, onwezenlijk hard. Het liefst wil ik in beweging komen, maar op dat moment lijkt stilte me het beste antwoord... Als een vorm van geweldloos medeleven. Van binnen beweegt er iets. Misschien is dat wel het belangrijkste…
Reactie plaatsen
Reacties