De aanhangwagen van de buurman staat al enkele dagen voor ons huis, gevuld met een berg grijze steentjes.
“O, wat een leuke steentjes!”, roept onze dochter enthousiast wanneer ze de voordeur openzwaait. “Waartoe dienen die?”
”Voor een klusje in de tuin. Je weet wel...”
”Mag ik er daar ook enkele van hebben?”
“O ja en waarom dan wel? Wat wil je daarmee aanvangen?”
”Om te knutselen. Daarmee kun je hele mooie dingen maken.”
”Euch... zoals?”
”Daarmee kun je bijvoorbeeld een houten fotokader versieren. Met een lijmpistool kleef je de steentjes vast en daarna kun je ze schilderen. Ik zie het al helemaal voor me...’’, lacht ze.
Opnieuw kijk ik naar de grijze massa. Nu zie ik het ook. Plotseling hebben de steentjes alle kleuren van de regenboog.
En? Wat zie jij? Een grijze massa steentjes of parels om mee te knutselen? Of misschien nog iets anders?
Wie goed kijkt, ziet altijd meer. Voorbij de oppervlakte onthult zich een oneindige diepte aan mogelijkheden. Oefening baart kunst!
