„Mag ik mijn paraplu meedoen naar school?”, vraagt onze dochter van drie als we klaarstaan om te vetrekken. Ik kijk even naar buiten en stel vast dat het amper regent, maar wat niet is, kan natuurlijk nog komen... Ik ‘plooi’ en zeg dat het goed is. Trots als een pauw stapt ze in de auto met haar nieuwe roze paraplu van Hello Kitty. Nadat ze in de herfst op school anderhalve week over het weer en over een paraplu had geleerd, moest en zou ze er zelf ook een hebben.
Nadat de eerste reeds achter drie dagen sneuvelde, vroeg ze er een aan Sinterklaas en ja hoor, sindsdien moet het maar een druppel regenen of de paraplu moet mee. Ah ja, het dient toch ook niet voor als de zon schijnt of om onder het stof te raken.
Even later parkeer ik de wagen op wandelafstand van de schoolpoort. Of ik haar paraplu wil opendoen? En of grote broer er ook onder mag? Als die broer even buigt, lukt dat wel.
Twee kleuters samen onder een kleine roze paraplu, op weg naar school. Rondom hen alleen maar lachende gezichten. Het is niet alleen leuk om zien. Het gekke is vooral dat het inmiddels al lang niet meer regent, maar daar trekken de twee zich niets van aan. Ze lopen, zich van niets bewust te zingen, terwijl ik hen, en vooral de paraplu, ‘in goede banen leidt’.
’s Avonds schrijf ik de ervaring in mijn ‘geluksdagboek’. Een kortstondig moment van eenvoudig geluk en verwondering, maar een tafereel dat voor altijd in mijn geheugen staat gegrift. Dat zullen ze wellicht niet meer doen als ze ouder zijn, denk ik bij mezelf, maar dan komen er wellicht andere dingen in de plaats. Nu mag ik genieten van het heden. Met die opwekkende gedachten ga ik die avond slapen.
21 januari 2014
Reactie plaatsen
Reacties